Please Dommelaers, we want more!

Eindhoven, 25 mei 2012, 10:00 uur. Een Ryanair vliegtuig volgepakt met toeristen, zakenlui en een tot dan toe voor mij onbekende brassband. De bescheidenheid van de passagiers houdt de uitbundigheid die de Dommelaers eigen is nog keurig verborgen. Slechts een enkeling verraadt zich door een Bavaria-shirt of een Dommelaers-logo.

Vliegen heeft voor mij altijd iets filosofisch. Iedereen is op weg naar iets of iemand. Iedere passagier heeft een doel en een verhaal en het is fascinerend om je gedurende de reis af te vragen wat het verhaal zal zijn. Voor wat betreft de Dommelaers was het verhaal me duidelijk: muziek maken in Dublin en de geteisterde stad alvast opwarmen voor een bijzonder verzetje in deze lastige economische tijden: Bavaria City Racing Dublin.

Dublin, 25 mei 2012, 19:00 uur. De Dommelaers maken zich op voor een avondje muziek maken in enkele van de vele pubs die de binnenstad van Dublin rijk is. We verzamelen in een restaurant aan de rand van de rivier de Liffey. Eerst een goede traditionele Ierse hap en een welbekende pint Bavaria naar binnen werken, zodat we een goede bodem hebben voor een lange, bijzondere en muzikale avond in het Ierse uitgaansleven.

De verzameling instrumenten ligt als het geweten van deze gezellige club te wachten op het volgende avontuur. En dat avontuur zal er komen. Tegen de tijd dat het schemerig wordt begeven we ons richting Trinity College. HET erfgoedstuk bij uitstek en een kostbaar bezit voor de Ierse bevolking. Het zestiende-eeuwse pand fungeert nog steeds als universiteit en herbergt op een zeldzame zwoele avond als deze honderden studenten op de mooie groene velden die het complex rijk is.

Zodra onze club muzikanten zich verzamelt op één van de velden voel je direct de alertheid van de aanwezigen. Het duurt dan ook slechts een tweetal maten voordat de studenten zich en masse oprichten en de eerste prikkels positieve energie zich verspreiden. Binnen een halve minuut staat iedereen in een kring rondom “onze helden” en hebben de prikkels positieve energie plaatsgemaakt voor een uitbundig lachende, springende en joelende menigte. Ik geloof niet dat Queen Elizabeth I zich bij het initiëren van Trinity College had kunnen bedenken dat een brassband uit Eindhoven, gekleed in theatrale jassen en versierd met Bavaria-stickers haar beloved “College of the Holy and Undivided Trinity” zo ondubbelzinnig in rep en roer zou brengen.

Woodstock is er niks bij. De Dommelaers geven met pretoogjes en met een turbo op het enthousiasmeniveau een schitterend optreden weg. De honderden toegestroomde studenten gaan uit hun dak met een uitbundigheid die ons in het nuchtere Holland vaak vreemd is. Geweldig. Hier wordt een mens blij van.

Totdat het onvermijdelijke gebeurt: de security maant ons tot stilte. Ondanks het felle protest van de toehoorders mogen we niet verder spelen op dit terrein. Waarom? Geen idee. Gewoon, omdat het niet mag. We zouden vriendelijk gedag kunnen zeggen, weg kunnen gaan, niet moeilijk kunnen doen en ergens in de stad een fijn plekje vinden waar we wel mogen spelen. En dat was, met alle permissies die we nog nodig hebben voor het event van volgende week, ook precies de bedoeling. Ware het niet dat onze inmiddels trouwe schare fans daar net effe anders over dacht.

Zodra de band zich richting de uitgang begeeft komen de honderden studenten zonder enige aarzeling achter ons aan. En ik kan je vertellen, het is behoorlijk indrukwekkend om zo’n stoet juichende studenten achter je aan te krijgen. Een beetje angstaanjagend zelfs.
We zijn ons van geen kwaad bewust, maar signaleren wel een steeds zenuwachtiger wordende security en zien de Garda al arriveren. Ik voel me een figurant in een Braveheart-remake die alleen maar positief kan eindigen. De ‘First Call’ van een van de trompettisten ontketent een oerkreet bij de menigte. Ik vraag me af hoe het toch komt dat we altijd zo moeilijk doen over het tot in de puntjes organiseren van een gelikt evenement als we alleen aan de Dommelaers en wat pinten bier al genoeg hebben. Heerlijk, zo’n verfrissend inzicht. Less is more.

Onder begeleiding van de Garda banen we ons een weg door het centrum van Dublin. Immer vergezeld door de leus die uit de menigte opstijgt: “Let them play, let them play!”. Ik heb dit nog nooit meegemaakt en aan de verkneukelende blikken van onze Rattenvangers van Dublin te zien zij ook niet. Op de vraag van een op hol geslagen student waar we naar toe gaan, antwoord ik lachend dat ik ook geen flauw benul heb. “It doesn’t matter” joelt hij in mijn oor, “We will follow you to Egypt!”. Dus. Geen commentaar. Alleen maar genieten…

Onze bedevaart duurt drie kwartier en dan heeft de politie ons eindelijk naar een veilige plek weten te escorteren waar we zonder problemen het nu al legendarische optreden voort kunnen zetten. En dan gaat het pas echt los. We kregen in het afgelopen uur al het donkerbruine vermoeden dat die Ieren op z’n zachtst gezegd wel in zijn voor een feestje. De Dommelaers hebben precies twee tonen nodig om dit Ierse feestje te laten ontploffen. Dansen, springen, zingen, lachen, juichen; ik sta nog steeds met verbazing te genieten van deze hossende menigte. Als klap op de vuurpijl vraagt de trompettist en spokesman de studenten om een group-hug. Lef heeft ie. En ja, hij heeft het overleefd en maakt het goed.

Dublin, 27 mei 2012, 06:00 uur. Op Dublin Airport verzamelen we voor onze onmenselijk vroege terugvlucht. Veel te veel pints Bavaria en Chardonneekes gedronken gisteren. Sommige bandleden hebben hun bed niet eens gezien vannacht. Ryanair behandelt haar passagiers zoals altijd met een totaal gebrek aan service. Lang wachten, geklooi met bagage en personeel dat wars is van een klein beetje Brabantse gezelligheid. Maar je hoort ons niet klagen. Meligheid overheerst. Wat een schitterend weekend was dit. Please Dommelaers; we want more!